De recente toename van hypotheekrentes door grote Nederlandse banken zoals Rabobank, ING en ABN AMRO heeft aanzienlijke gevolgen voor de huizenmarkt.
Deze stijging, hoewel ogenschijnlijk klein met een toename van 0,05 tot 0,10 procent, blijkt de hoogste van dit jaar te zijn en beïnvloedt al potentiële en huidige huizenbezitters op significante wijze.
Een direct gevolg van de hogere rentes is dat woningzoekenden minder kapitaal kunnen lenen doordat een groter deel van hun inkomen naar rentebetalingen gaat, waardoor het maximale leenbedrag wordt verlaagd en de keuzemogelijkheden voor beschikbare woningen beperkt worden.
Als voorbeeld kan een stijging van 0,1 procentpunt op een hypotheek van €300.000 leiden tot een toename van de maandelijkse kosten met tientallen euro’s. Dit stimuleert potentiële kopers om hun rentetarieven nu vast te zetten om zo toekomstige verhogingen te ontlopen.
De hogere kosten kunnen leiden tot een lichte daling van huizenprijzen doordat kopers minder te besteden hebben.
Zowel verkopers als kopers ondervinden nadelige gevolgen, aangezien verkopers minder ontvangen voor hun woning en kopers relatief meer rente betalen.
Eigenaren met een variabele rente of zij die aan het einde van hun rentevaste periode zijn, kunnen geconfronteerd worden met hogere maandelijkse lasten.
Het wordt aangeraden om nu al met een hypotheekadviseur te overleggen over herfinancieringsmogelijkheden tegen de nog relatief lage rente.
Huurders kunnen wellicht indirecte effecten ondervinden van de stijgende hypotheekrente, zoals een vertraagde doorstroming op de woningmarkt wat resulteert in minder beschikbare huurwoningen en dus hogere huurprijzen.
Vooral in gebieden met reeds een hoge vraag naar huurwoningen zal dit effect merkbaar zijn. Huurders wordt geadviseerd alert te blijven op veranderingen in de huurkosten en te kijken naar mogelijkheden voor betaalbare huisvesting.
Echter, er is misschien een lichtpuntje. De Europese Centrale Bank (ECB) is van plan om de rentetarieven vanaf juni te verlagen, wat gunstig kan zijn voor hypotheken met kortere looptijden.
Dit kan op de middellange tot lange termijn leiden tot een daling van de hypotheekrente, afhankelijk van de inflatie- en loonontwikkelingen.