In een knus huisje aan de rand van het dorp woont Aagje, een levendige vrouw van 82 jaar, met keurig opgestoken grijze haren en stralende ogen die nog steeds dezelfde vitaliteit tonen als vroeger.
Echter, achter die sprankelende ogen schuilt een groot gevoel van eenzaamheid. “Mijn kinderen hebben het te druk, ze komen nooit meer langs,” deelt Aagje met een droevige glimlach.
Met een stem die een beetje breekt, begint ze over haar kinderen. “Ik begrijp het wel, hoor. Ze hebben allemaal hun eigen leven, werk en gezinnen. Maar toch doet het pijn.”
Aagje heeft drie kinderen: Karin, Mark en Lisette. Karin, de oudste, is een succesvolle advocaat in Amsterdam. Mark werkt als IT-specialist en reist de hele wereld over voor zijn werk.
Lisette, de jongste, heeft drie kleine kinderen en een drukke baan als verpleegkundige. “Vroeger waren we zo hecht,” herinnert Aagje zich.
“Karin en ik bakten altijd samen koekjes. Mark hielp me in de tuin, en Lisette zat altijd op schoot en wilde verhaaltjes horen.”
”Marjan begrijpt wat het betekent om je alleen te voelen en ver weg te zijn van je kinderen. We vinden steun bij elkaar, en dat is waardevol.”
Desondanks behoudt Aagje haar hoop. Ze heeft recent besloten om haar gevoelens op papier te zetten voor haar kinderen, in de hoop dat zij misschien hun prioriteiten zullen heroverwegen. “Ik wil niet klagen,” fluistert ze, “maar ik verlang ernaar dat ze begrijpen hoe ik me voel.”
In haar brief beschrijft ze hoe ze naar hun gezelschap verlangt en hoe de kleine momenten van samenzijn haar dagen verlichten.
“Ik heb geschreven over onze kostbare momenten en hoeveel die voor mij betekenen. Misschien zullen ze dan inzien hoe waardevol die momenten voor mij zijn.”
Zodra ze de deur van haar huisje sluit, wandelt Aagje naar de tuin waar de bloemen prachtig bloeien. “In de tuin vind ik rust,” zegt ze met een glimlach. “Het lijkt alsof de bloemen mij gezelschap houden.”
Terwijl ze te midden van de bloemen loopt, lijkt Aagje al haar zorgen even te vergeten. “Eenzaamheid is een uitdaging,” besluit ze. “Zolang de hoop blijft bestaan, zal ik blijven geloven dat mijn kinderen de weg naar huis zullen vinden.”
1. Volgens haar eigen woorden voelt ze zich soms zo vergeten:
2. Hoewel ze begrip heeft voor de situatie, ervaart ze toch innerlijke pijn:
3. De bezoeken van haar kinderen lijken lang geleden te zijn…
4. Voor deze moeder/oma lijken de dagen erg lang te duren…
5. Volgens haar eigen woorden voelt ze zich soms zo vergeten en alleen: